Slechts enkelen hebben de gave meteen een gelijkend portret te schetsen. Het karakter van de persoon moet nl. getroffen worden. Door goed te observeren en veel naar gezichten en gelaatsuitdrukkingen te kijken is wel wat te leren.
Mijn persoonlijke ervaring is blijven steken bij het koptekenen op de akademie en ik ben verder gegaan met landschap, stilleven en fantasietekenen tot abstract en grafisch werk, maar als uitdaging ook voor dutchpainter leek het me leuk dit weer eens op te pakken en aan anderen door te geven wat mij als zinnig is bijgebleven.
Technieken voor specifiek portrettekenen (zoals oog- en oorvormen) zijn in alle boekjes te vinden, dus daar ga ik niet diep op in. Ik vind van belang: het leren kijken, observeren en noteren op papier. Voor mijzelf is de gelijkenis een nieuwe uitdaging voor de komende tijd; ik wil er nu eens echt mee aan de slag, dus wie advies kan geven in het algemeen en later op mijn schetsen, is welkom. |
Mijn visie: Het beste is om naar levend model te tekenen en te starten met "7 minuten schetsen” op simpel tekenpapier dat niet te klein is (30 x 40 cm); het portret moet in 1 zitting geschetst worden. Natuurlijk moet het model goed zitten en in het licht gepositioneerd worden. Je kunt het model bij het raam of bij een lamp plaatsen en zelf op niet te grote afstand gaan zitten of staan. |
Je kunt starten met het onderzoek van het model door het profiel te bestuderen, omdat je hier de karakteristieke kenmerken het beste ziet (grote of kleine neus; hoog of laag voorhoofd etc.) Door een lamp op de muur achter het model te richten, verschijnt de schaduw op de muur. De persoon in kwestie is herkenbaar aan die kenmerken. Het gaat hierbij niet om details, maar om de grote vormen en verhoudingen. |
De vorm van het hoofd, de lengte van de hals en de stand van de schouders zijn belangrijke karakteristieken van een persoon. Om verhoudingen te bepalen is het handig om, tussen het model en u, met een uitgestrekte arm het houtskool of krijtje als meetlat te gebruiken en de duim als richtsnoer voor de afmetingen. Zo zijn de hoogte en breedte van een kop te vergelijken, maar ook de lengte van de neus met de lengte van een oor of de afstand van de onderkant neus tot de mondlijn t.o.v. de mondlijn tot de onderkant kin etc. Spelenderwijs leer je hiermee omgaan. |
Het schetsen moet snel gebeuren en met grote (hulp)lijnen vanuit de schouder tekenen i.p.v. uit de pols om grote bewegingen te kunnen maken en zo de vormen niet te iel op te zetten. |
Als de kop in grote vormen staat (zie rechtsboven)is het goed de tekening op afstand te zetten en kritisch te kijken of alles klopt, zo niet dan kun je de vorm of verhoudingen nog verbeteren. Daarna kan door middel van licht-donker arcering de ruimteljkheid toegevoegd worden en door die schaduwtonen zal de vorm van de kop beter worden. Hierbij is een tip om door je wimpers naar het lichte en het donkere te kijken om zo alle details weg te laten en de hoofdzaken te kunnen noteren. |