Je kunt je patronen zelf als foundation pattern uittekenen. Maar als je gebruik maakt van het pakket EQ7 dan kun je de foundation patterns ook laten printen. Bij het zelf tekenen van je foundation patterns is papier met een inch verdeling erg handig. Dat scheelt je heel veel tijd. Je kunt dit natuurlijk kopen, maar het is ook te downloaden. Je print het papier dan eenvoudig even uit en tekent het patroon hier vervolgens op. Je kunt papier met inch verdeling hier downloaden.
|
We gaan een blok uit de 365 Challenge met behulp van een foundation pattern uitwerken. Het is het blok van 30 januari. Het blok is inclusief naden 3.5 inch x 3.5 inch. Dat is best klein. Je moet dus erg precies werken. En alle fouten tellen bij elkaar op. Behalve als je gebruik maakt van een foundation pattern. Bij een foundation pattern naai je op een ondergrond van heel dun papier. Het papier wordt ook wel theezakjes papier genoemd. Het is sterk genoeg om als ondergrond te gebruiken, enigszins doorzichtig en toch eenvoudig te verwijderen. Op dit papier wordt een patroon getekend. Dit patroon kan een heel blok zijn of een deel van een blok. Dat hangt van je blok zelf af. Bij deze manier van werken naai je steeds 1 lapje over de reeds op het patroon genaaide delen. Dat gaat alleen goed als het volgende lapje de delen die al op het patroon genaaid zijn kan overlappen. Het klinkt wat lastig maar als je de handleiding volgt zie je vanzelf wat hiermee bedoeld wordt.
|
Omdat je het patroon op de ondergrond getekend hebt en de lijnen van dit patroon volgt, is de totale afwijking bij het naaien kleiner. Dat is handig als je moeite hebt om de juiste zoombreedte aan te houden of het juiste formaat lapjes te knippen of snijden. Het blok dat we gaan maken kan niet in 1 keer als foundation pattern in elkaar gezet worden. We maken drie delen en die delen zetten we later weer aan elkaar. Hiernaast zie je hoe die delen eruit zien. In het patroon staan letters met een getal erachter aangegeven. Alle lapjes uit 1 deel beginnen met dezelfde letter. Het eerste lapje dat op dit patroon komt heeft het getal 1 achter de letter, het tweede het getal 2 enzovoorts.
|
We beginnen met het overnemen van het patroon op het papier. Ook de tekst nemen we over. Dit blok is symmetrisch, het maakt dus niet uit of we op de voorkant of op de achterkant van het papier naaien. Is het blok niet symmetrisch dan maakt het wel degelijk uit. Je moet het patroon dan in spiegelbeeld overnemen. Je gaat straks namelijk aan de achterkant van het lapje naaien. Het papier moet zo op de stof liggen dat je de tekst kunt lezen.
|
Nu gaan we het eerste lapje goed op het patroon leggen. De lapjes mogen allemaal wat royaal geknipt worden. Dat maakt deze techniek wat makkelijker. Het eerste lapje leggen we keurig tegen de aanleglijn. Dat is eigenlijk de lijn van het patroondeel inclusief 1/4 inch naadtoeslag. Het lapje moet met de goede kant naar onderen gelegd worden. Als je het omdraaid, met het papier naar beneden, moet je tegen de goede kant van de stof kijken. Op dit lapje leggen we het tweede lapje, patroondeel C2 in dit geval. Leg dit lapje met de goede kant van de stof tegen de goede kant van de stof van deel C1 aan. Nu gaan we met de naaimachine de naad stikken. Dit is eigenlijk gewoon de naad tussen lapjes C1 en C2. Er wordt keurig over de aangegeven stiklijn op het papier genaaid.
|
De kant met het papier is dus zichtbaar als je begint met naaien. Zorg dat je met naaien begint bij de buitenste rand van het patroon en ook weer eindigt bij de buitenste rand. Dit is eigenlijk de naadtoeslag. Naai zoveel mogelijk in een kleur die wegvalt tegen de kleur van de lapjes.
|
Als je de beide lapjes vastgenaaid hebt strijk je de bovenste naar de goede kant. Snijd of knip vervolgens de naad op ongeveer 1/4 inch af. Zorg hierbij dat je het papier even weggevouwen hebt zodat je dit niet per ongelijk mee knipt. Soms moet je het papier voorzichtig een klein stukje losscheuren van een eerder genaaid stukje voor je de net genaaide naad op maat kunt knippen. Doe dit voorzichtig. Zorg dat de eerder genaaide naadjes niet losgetrokken worden.
|
Nu zijn lapje C3 en C4 aan de beurt. Zorg dat je alle lapjes echt wat ruimer knipt of snijdt. Dat is juist het fijne aan deze methode. Doordat de lapjes wat ruimer kunnen zijn heb je wat meer speling. Komt je ergens een mm te kort dan is dat niet zo erg. Blijf deze stappen herhalen tot je het patroon af hebt. Dus:
- Lapje neer leggen.
- Op het papier netjes over de lijn naaien.
- Genaaide lapje naar de goede kant strijken
- Naad tot op 1/4 inch afknippen
|
Als je wat grote lapjes hebt kun je soms vanaf de achterkant niet zien of het het volgende lapje wel goed hebt liggen. Je kunt het lapje dan even tegen het licht houden. Dan kun je door de stof heen zien of het lapje goed ligt.
|
Als je klaar bent het dit patroon deel ziet het er ongeveer uit als hiernaast. Niet heel erg mooi. Maar gelukkig zit het goede patroon aan de achterkant van het lapje.
|
Met de laatste stap maken we van dit lapje een net deel. En als we alle delen af hebben hoeven ze alleen nog maar aan elkaar gezet te worden. Aan de achterkant is het originele patroon te zien. Snijd het patroondeel netjes op de buitenste lijnen van dit deel uit. Je kunt de naadtoeslag iets ruimer nemen als je dat fijn vindt.
|
Nu ziet het er al heel wat beter uit. En omdat je op de maat van het getekende patroon gesneden of geknipt hebt, moeten de buitenmaten van dit stukje wel kloppen. Hoe netjes de afzonderlijke lapjes kloppen is afhankelijk van hoe netjes je op de lijnen op het papier genaaid hebt.
|
Soms is het erg lastig om een blok netjes te maken. Elk foutje in afmetingen telt op. Een beetje onnauwkeurig snijden, een beetje onnauwkeurig naaien. Erg vervelend. Een methode die misschien helpt is de methode met foundation patters of paper piecing. Bij deze methode maak je gebruik van een (meestal papieren) ondergrond waarop het patroon is aangegeven. Op deze ondergrond naai je je blok in elkaar.
Je kunt je patronen zelf als foundation pattern uittekenen. Maar als je gebruik maakt van het pakket EQ7 dan kun je de foundation patterns ook laten printen. Bij het zelf tekenen van je foundation patterns is papier met een inch verdeling erg handig. Dat scheelt je heel veel tijd. Je kunt dit natuurlijk kopen, maar het is ook te downloaden. Je print het papier dan eenvoudig even uit en tekent het patroon hier vervolgens op. Je kunt papier met inch verdeling hier downloaden.
We gaan een blok uit de 365 Challenge met behulp van een foundation pattern uitwerken. Het is het blok van 30 januari. Het blok is inclusief naden 3.5 inch x 3.5 inch. Dat is best klein. Je moet dus erg precies werken. En alle fouten tellen bij elkaar op. Behalve als je gebruik maakt van een foundation pattern. Bij een foundation pattern naai je op een ondergrond van heel dun papier. Het papier wordt ook wel theezakjes papier genoemd. Het is sterk genoeg om als ondergrond te gebruiken, enigszins doorzichtig en toch eenvoudig te verwijderen. Op dit papier wordt een patroon getekend. Dit patroon kan een heel blok zijn of een deel van een blok. Dat hangt van je blok zelf af. Bij deze manier van werken naai je steeds 1 lapje over de reeds op het patroon genaaide delen. Dat gaat alleen goed als het volgende lapje de delen die al op het patroon genaaid zijn kan overlappen. Het klinkt wat lastig maar als je de handleiding volgt zie je vanzelf wat hiermee bedoeld wordt.
Omdat je het patroon op de ondergrond getekend hebt en de lijnen van dit patroon volgt, is de totale afwijking bij het naaien kleiner. Dat is handig als je moeite hebt om de juiste zoombreedte aan te houden of het juiste formaat lapjes te knippen of snijden. Het blok dat we gaan maken kan niet in 1 keer als foundation pattern in elkaar gezet worden. We maken drie delen en die delen zetten we later weer aan elkaar. Hiernaast zie je hoe die delen eruit zien. In het patroon staan letters met een getal erachter aangegeven. Alle lapjes uit 1 deel beginnen met dezelfde letter. Het eerste lapje dat op dit patroon komt heeft het getal 1 achter de letter, het tweede het getal 2 enzovoorts.
We beginnen met het overnemen van het patroon op het papier. Ook de tekst nemen we over. Dit blok is symmetrisch, het maakt dus niet uit of we op de voorkant of op de achterkant van het papier naaien. Is het blok niet symmetrisch dan maakt het wel degelijk uit. Je moet het patroon dan in spiegelbeeld overnemen. Je gaat straks namelijk aan de achterkant van het lapje naaien. Het papier moet zo op de stof liggen dat je de tekst kunt lezen. 
Nu gaan we het eerste lapje goed op het patroon leggen. De lapjes mogen allemaal wat royaal geknipt worden. Dat maakt deze techniek wat makkelijker. Het eerste lapje leggen we keurig tegen de aanleglijn. Dat is eigenlijk de lijn van het patroondeel inclusief 1/4 inch naadtoeslag. Het lapje moet met de goede kant naar onderen gelegd worden. Als je het omdraaid, met het papier naar beneden, moet je tegen de goede kant van de stof kijken. Op dit lapje leggen we het tweede lapje, patroondeel C2 in dit geval. Leg dit lapje met de goede kant van de stof tegen de goede kant van de stof van deel C1 aan. Nu gaan we met de naaimachine de naad stikken. Dit is eigenlijk gewoon de naad tussen lapjes C1 en C2. Er wordt keurig over de aangegeven stiklijn op het papier genaaid.
De kant met het papier is dus zichtbaar als je begint met naaien. Zorg dat je met naaien begint bij de buitenste rand van het patroon en ook weer eindigt bij de buitenste rand. Dit is eigenlijk de naadtoeslag. Naai zoveel mogelijk in een kleur die wegvalt tegen de kleur van de lapjes.
Als je de beide lapjes vastgenaaid hebt strijk je de bovenste naar de goede kant. Snijd of knip vervolgens de naad op ongeveer 1/4 inch af. Zorg hierbij dat je het papier even weggevouwen hebt zodat je dit niet per ongelijk mee knipt. Soms moet je het papier voorzichtig een klein stukje losscheuren van een eerder genaaid stukje voor je de net genaaide naad op maat kunt knippen. Doe dit voorzichtig. Zorg dat de eerder genaaide naadjes niet losgetrokken worden.
Nu zijn lapje C3 en C4 aan de beurt. Zorg dat je alle lapjes echt wat ruimer knipt of snijdt. Dat is juist het fijne aan deze methode. Doordat de lapjes wat ruimer kunnen zijn heb je wat meer speling. Komt je ergens een mm te kort dan is dat niet zo erg. Blijf deze stappen herhalen tot je het patroon af hebt. Dus:
Als je wat grote lapjes hebt kun je soms vanaf de achterkant niet zien of het het volgende lapje wel goed hebt liggen. Je kunt het lapje dan even tegen het licht houden. Dan kun je door de stof heen zien of het lapje goed ligt.
Als je klaar bent het dit patroon deel ziet het er ongeveer uit als hiernaast. Niet heel erg mooi. Maar gelukkig zit het goede patroon aan de achterkant van het lapje. 
Met de laatste stap maken we van dit lapje een net deel. En als we alle delen af hebben hoeven ze alleen nog maar aan elkaar gezet te worden. Aan de achterkant is het originele patroon te zien. Snijd het patroondeel netjes op de buitenste lijnen van dit deel uit. Je kunt de naadtoeslag iets ruimer nemen als je dat fijn vindt.
Nu ziet het er al heel wat beter uit. En omdat je op de maat van het getekende patroon gesneden of geknipt hebt, moeten de buitenmaten van dit stukje wel kloppen. Hoe netjes de afzonderlijke lapjes kloppen is afhankelijk van hoe netjes je op de lijnen op het papier genaaid hebt.