Pagina 3 van 4
 Voor lasercutten moet je per as een setup maken. Als je een ontwerp hebt gemaakt waarvan de platen netjes haaks op elkaar staan, heb je dus 3 setups nodig, een voor de X-richting, een voor de Y-richting en een voor de Z-richting. Net zoals ik in het hier gebruikte voorbeeld ontwerp heb gedaan. |
 Per setup moet je een aantal dingen instellen. De machine hoeft niet ingesteld te worden. De bestanden worden niet rechtstreeks naar een machine gestuurd, maar eerst nog bewerkt in een tekenpakket dat met vectorbestanden kan werken zoals Coreldraw, Illustrator of Inkscape. |
 Het operation type moet wel ingesteld worden. Dit is cutting. We gaan het immers gebruiken voor een lasercutter. |
 De orientation moet ook ingesteld worden. In het geval van de Topview, van boven naar beneden, kan ik "model orientation" aanhouden. Origin en Stock point hoeven niet aangepast te worden. |
 Bij de andere setups, Front en Side, kies je de optie "Select Z-axis/Plane andX-axis". Vervolgens kies je in het vakje Z-Axis het juiste vlak. |
 Tenslotte kies je bij het model nog je model, in de afbeelding is dit rood omlijnd. Herhaal het maken van een setup voor alle gebruikte richtingen in je ontwerp. Bij simpele doosjes zijn dit er doorgaans 3. Geef je setups logische namen zodat het duidelijk is welke onderdelen van je ontwerp onder deze setup horen te vallen. |