 Fusion 360 is prachtige 3D ontwerp software. Je kunt als hobbyist bovendien en gratis licentie aanvragen. Deze kun je jaarlijks vernieuwen. Een aantal opties zijn dan niet beschikbaar maar het voldoet voor de paar doosjes die ik af en toe ontwerp prima. |
 Iets wat wel belangrijk is voor mijn doosjes is kerf compensatie. Als ik een dooosje ontwerp en ik ga de diverse onderdelen met de lasersnijder uitsnijden, dan haalt de laser een klein beetje materiaal weg. De lijn die weggesneden wordt heeft een dikte die afhankelijk is van de laser, het materiaal, de materiaaldikte en het vermogen dat ik gebruik. De hoeveelheid materiaal die weggesneden wordt kun je proefondervindelijk vaststellen. In mijn geval is de dikte van de lijn die bij 3mm berken multiplex wordt weggesneden bijvoorbeeld 0.16 mm. Als ik met deze weggesneden hoeveelheid materiaal geen rekening houd, zitten de onderdelen van mijn doosje wat losser in elkaar. Dat hoeft geen probleem te zijn, met voldoende lijm en wat lijmtangen is de doos prima in elkaar te zetten. Echter, als ik wel compenseer kan ik mijn doosjes praktisch zonder lijm in elkaar zetten, zo perfect passend zijn de vormen te maken. Op de foto hiernaast is de kerf duidelijk zichtbaar |
 Om met de kerfcompensatie te kunnen werken in Fusion 360 moet je echter wel wat dingen instellen. Daarnaast zul je als je design klaar is ook het manufacturing deel van je ontwerp moeten instellen. Om een en ander in te stellen in Fusion 360 heb je de 2 bestanden uit dit archief nodig. We beginnen met het aanzetten van de Cloud Libraries. Dit doe je in "Preferences" en dan onder "General" bij het "Manufacture" deel. |
 Als je dit gedaan hebt zul je aan de linkerkant in je menu bij "Assets" een aantal mappen zien verschijnen. |
 In de map COMPosts gaan we het bestand dxf.cps, uploaden. Dat bestand zit in het .zip archief dat je het begin van deze handleiding hebt gedownload. Dit bestand maakt het mogelijk om straks het hele ontwerp in 1 keer als .dxf te exporteren. De Kerf compensatie is dan al op de diverse profielen toegepast. |
 Het andere bestand uit het archief, Library.json, moet in de map CAMTools geupload worden. Met dit bestand kun je straks verschillende opties aanmaken voor diverse kerfcompensaties. De bestanden die nodig zijn heb je nu allemaal, Nu moeten we in het Manufacturing deel van Fuison nog het een en ander instellen. |
 Ik heb in Fusion 360 een eenvoudig doosje met fingerjoints ontworpen uit plaatmateriaal. De diverse onderdelen zitten aan elkaar vast met fingerjoints. Ik wil dit graag laseren uit 3mm berken multiplex. Bij het ontwerp heb ik rekening gehouden met de dikte van het materiaal. De kerfcompensatie kan ik alleen in het Manufacture deel instellen. |
 In de afbeelding hiernaast zie je dat de drie setups Top, Front en Side al zijn aangemaakt. Onder elke setup zijn ook de juiste profielen al gemaakt. Als ik nu met de rechtermuisknop klik, kan ik de optie Post Process Selecteren. Hier moet nog iets ingesteld worden zodat alles naar behoren werkt. |
 In de tab Settings moet bij Post het bestand dxf.cps geselecteerd worden. Klik op de drie puntjes naast het potloodje om dit bestand te selecteren. Het bestand heb je zojuist naar de Cloud geupload. |
 Behalve de post processor kan ook de de output folder hier ingesteld worden. Aan de rechterkant moeten nog 2 opties aangezet worden, "Only Cutting" en "Put operations in separate layers". Zijn de opties niet zichtbaar dan moet je even op de drie puntjes rechtsboven klikken om de opties zichtbaar te maken. |
 Het zojuist ingestelde NC programma wordt nu zichtbaar onder NC programs. Ik heb het hernoemd naar DXF. Door met de rechtermuisknop op in mijn geval DXF te klikken kun je uit een aantal opties kiezen. Wil je iets aanpassen, dan selecteer je uiteraard Edit. Wil je de post processor runnen dan kies je Post Process. |
| Alles is nu ingesteld maar het is zeker in het begin lastig om je setups en profielen goed te maken. Ik laat hier zien hoe je dat doet. |
 Voor lasercutten moet je per as een setup maken. Als je een ontwerp hebt gemaakt waarvan de platen netjes haaks op elkaar staan, heb je dus 3 setups nodig, een voor de X-richting, een voor de Y-richting en een voor de Z-richting. Net zoals ik in het hier gebruikte voorbeeld ontwerp heb gedaan. |
 Per setup moet je een aantal dingen instellen. De machine hoeft niet ingesteld te worden. De bestanden worden niet rechtstreeks naar een machine gestuurd, maar eerst nog bewerkt in een tekenpakket dat met vectorbestanden kan werken zoals Coreldraw, Illustrator of Inkscape. |
 Het operation type moet wel ingesteld worden. Dit is cutting. We gaan het immers gebruiken voor een lasercutter. |
 De orientation moet ook ingesteld worden. In het geval van de Topview, van boven naar beneden, kan ik "model orientation" aanhouden. Origin en Stock point hoeven niet aangepast te worden. |
 Bij de andere setups, Front en Side, kies je de optie "Select Z-axis/Plane andX-axis". Vervolgens kies je in het vakje Z-Axis het juiste vlak. |
 Tenslotte kies je bij het model nog je model, in de afbeelding is dit rood omlijnd. Herhaal het maken van een setup voor alle gebruikte richtingen in je ontwerp. Bij simpele doosjes zijn dit er doorgaans 3. Geef je setups logische namen zodat het duidelijk is welke onderdelen van je ontwerp onder deze setup horen te vallen. |
 Nu je alle setups hebt, kun je per setup de juiste profielen gaan toevoegen. Een profiel is de lijn die de lasercutter volgt om een onderdeel uit te snijden. Selecteer de setup waar je een profiel in wilt aanmaken. Dit doe je door op het cirkeltje achter de setup te klikken zodat hier een stip in komt te staan. In dit voorbeeld is de setup Top geselecteerd. Dubbelklik op "cutting" boven in de menubalk in de tab "Fabrication" om een nieuw profiel te maken. |
 In dit profiel moet je als eerste het tool dat je wilt gebruiken instellen. Een aantal opties heb je door het uploaden van het .json bestand bij tools in de Cloud gezet. Daar gaan we nu gebruik van maken. Klik op het keuzevak bij Tool om een menu te openen. Aan de linkerkant in dit menu selecteer je Icloud en vervolgens Library. Er worden nu een aantal opties zichtbaar. Ik heb 3mm berken gebruikt bij mijn ontwerp, dus ik kies de onderste optie. Je ziet aan de linkerkant dat daarvoor een kerfcompensatie van 0.16 mm is ingesteld. |
 In het tweede tabje kies je het onderdeel waarvan je het prifiel wilt maken bij "Contour Selection". Er zijn in die tab nog wat opties, maar die staan standaard goed. |
 In het vierde tabje, moet je de instelling bij "Compensation Type" naar "In Computer" veranderen. Als je dit vergeet zul je merken dat het bestand dat je exporteert leeg is. Dit is dus een hele belangrijke instelling. |
 Tenslotte zet je in het laatste tabje nog de Leads uit. Die doe je door de vinkejs achter Lead-In en Lead-Out uit te zetten. Herhaal dit voor alle profielen uit je ontwerp.Heb je alle profielen gehad, dan kun je je je NC Program runnen en alle profielen als DXF exporteren. |
 Als je je ontwerp aanpast moet je eerst je profielen opnieuw genereren. Dit doe je door met de rechtermuisknop op "Setups" te klikken en de optie "Generate" te kiezen. Elk profiel wordt in een aparte laag opgeslagen. Een profiel bestaat uit heel veel kleine stukjes lijn, Deze moet je nog samenvoegen tot een enkele lijn per profiel zodat je de verschillende profielen netjes naast elkaar kunt plaatsen zodat je ontwerp geschikt is om naar een lasercutter te sturen. Dit kun je in een tekenpakket dat met vectorbestanden kan werken doen. |
opop